In principe hebben dieren geen behoefte aan wisseling van voeders en eiwitbronnen. Sommige dieren kunnen uitgekeken raken op hun voeding. In deze, overigens weinig voorkomende gevallen, is het dan nodig om te wisselen. Diëten voor honden en katten zijn nutritioneel compleet. Katten en honden gebruiken minder zintuigen om hun voer te beoordelen, in tegenstelling tot de mens. Mensen beoordelen voeding, naast geur en smaak, ook nog op kleur. Voor de hond, maar met name de kat is voornamelijk de geur en in mindere mate de structuur van belang. Daarom zijn kleurrijke voeders niet van belang.
Wisselingen van voeding bij onze huisdieren kunnen tot gevolg hebben dat het maagdarmstelsel overstuur raakt, waardoor buikpijn en diarree veroorzaakt worden.
Vooral voor dieren met voedselovergevoeligheid wordt afgeraden te wisselen in verband met overgevoeligheidsreacties op componenten in het voer en het risico op het opnieuw opbouwen van een allergie. Het is daarom al niet aan te raden vaak van voeding te wisselen. Als u wisselt van voeding, houdt u dan in gedachten, dat het dier zich moet aanpassen aan het nieuwe voer. Stap in ieder geval geleidelijk over. Voor advies, zie ‘Hoe kan ik het beste overschakelen naar andere voeding?